De vlammen stonden bevend en bedeesd
te branden in de kerstboom, en daaronder
eerbiedig aangetreden om het wonder
de ezel en de os, het brave beest.
En Jozef ook, misschien het allermeest
verwonderd over wat er met en zonder
hem was gebeurd, maar blozender, haast blonder
en blijer dan hij ooit nog was geweest.
Maria in Mariablauw en wit,
de wijzen uit het oosten met geschenken,
zou iemand aan iets lelijks kunnen denken
bij zoveel moois en liefelijks als dit?
Er blonk een ster. Herodes was te vroeg.
Het kindje had nog heel wat voor de boeg. |